‘Gris electricité’ alweer in België… (vanaf 5 februari), compenseren dan maar weer?
Marktonderzoek afgerond
In opdracht van de associatie Positive Climate Action Entrepreneurs, is in België en Nederland gewerkt aan de rapportage van marktonderzoek over het afgelopen jaar.
Een jaar lang is er onderzoek gedaan naar de bereidheid van Nederlandse bedrijfsleven en consumenten om te betalen voor het compenseren van hun CO2 emissie…
<< onderzoeksresultaat cijfer : 2 (van 1 – 10) >>
Onderzoeksmethode: Er zijn twee markten aangeboden. Marketing publiciteit is gegeven met een folder, flyeren via o.a. een gemeente en op een klimaatstaking, aanspreken van kennissen als consumenten en vrienden met bedrijven. Door gerenommeerde instituten worden op twee markten projecten aangeboden, Gold Standard enerzijds, Verenigde Naties (CDM = Clean Development Mechanism) anderzijds. Over het algemeen ligt het onderscheidend vermogen tussen de twee in de doelen die ze met hun projecten willen bereiken. Bij Gold Standard gaat het karakter van het project iets verder dan voor door naast “klimaatactie” (SDG13), ook overige doelen te bereiken, zoals “geen armoede” (SDG1). Al met al is Gold Standard hierdoor duurder (per slot wordt met Gold Standard projecten meer bereikt).
Prijzen per ton CO2 vermeden uitstoot die door deze website aan Nederlandse en Vlaamse publiek zijn aangeboden waren 10-20 dollar voor Gold Standard projecten. Voor CDM projecten varieerden deze onder 5 dollar per ton CO2 vermeden uitstoot.
Resultaat: Van 4.044 (vierduizend vier-en-veertig) ton CO2 dat is gecompenseerd via deze twee markten, is de verhouding Nederlands/Vlaams en Overige uit buitenland:
(NL/BE <0,2 %) : (Overige uit buitenland >99,8 %)
Van hetgeen dat is aangeboden via deze informatieve website, toonde de verdeling in prijzen aan dat 98% van de 0,2% uit NL is gegaan naar prijzen lager of gelijk aan 2 dollar. 2% daarvan koos voor een prijs te betalen van 10 dollar. Van de 99,8% uit overige landen verkoos 100% ervoor om de prijs van 10-20 dollar te betalen.
Discussie en aanbevelingen van de mogelijke oorzaken, opdat tot verbetering van donaties vanuit Nederland en België kan worden gekomen.
Een rapportcijfer 2 drukt uit dat er nog veel te doen is. Enkele van de oorzaken die in discussie het meeste zijn gehoord worden hieronder benoemd. Ze worden ieder aangevuld met wat in de praktijk aanbevelingen zijn aan de associatie Positive Climate Action Entrepreneurs, PCAE.
1. > Onbekendheid met waar het geld heen gaat. De marktplaatsen zijn voor de Nederlander nog niet vertrouwd genoeg om zekerheid te hebben dat geld dat wordt overgemaakt, ook daadwerkelijk bij de project ontwikkelaar terechtkomt (bij de promoter-developer, die aan duurzame ontwikkeling doet, lees ook voor bepalen van deze definitie verder op de website www.global-climate.nl). Oftewel, “komt mijn geld uit bij promoter-developer?” Uitdaging voor PCAE derhalve om dat vertrouwen te vinden.
2. > Projecten die via deze informatieve website worden aangeboden zijn veelal in landen die te ver weg liggen van Nederland (Midden-Amerika). Als het project dichterbij zou liggen (bijvoorbeeld in Oost-Europa), dan zou kans groter zijn dat gedoneerd wordt. Deze conclusie wordt getrokken naar aanleiding van de tendens die als relatie is te leggen met het significante aantal contributies dat uit de VS afkomstig is: “met compensatie blijf ik liever op mijn eigen continent.” Voor PCAE is het derhalve een uitdaging om in Oost-Europa de CO2 reductie te kunnen bereiken, in Slowakije bijvoorbeeld.
3. > De prijs die ervoor betaald moet worden is te hoog. Hoewel de marktplaatsen de gelegenheid bieden om kleine bijdragen te doen – en het concept ‘vele kleintjes maken ook een grote’ – is zelfs dát nog teveel voor de Nederlander. Uitdaging voor PCAE is derhalve om projecten te maken die voor een naar de Nederlandse maatstaven ‘schappelijke’ prijs per ton CO2 kan worden aangeboden. Een prijs van bijvoorbeeld 3 dollar zal, zo blijkt uit onderzoek, meer acceptabel voor de Nederlander zijn, dan een hogere prijs. Een compensatie van 10 ton CO2 per jaar kost dan slechts 30 dollar.
4. > Er is geen idee van “hoeveel CO2 uitstoot ik heb.“ “Eigenlijk is het mijn probleem niet, er zijn andere naties die veel meer CO2 uitstoten dan ik. Dus laat die maar compenseren.” Er is hier onderzoek naar gedaan. En het klopt dat in EU de CO2 uitstoot per hoofd van bevolking (9 ton CO2 per jaar) minder is dan bijvoorbeeld in de VS (rond de 21 ton CO2 per jaar).
5. > Ook een veel gehoorde suggestie, maar dan aan de aanbodzijde (immers voor iedere marktplaats geldt, zonder inkoop, geen verkoop): “leg vast met intentie tot koop, een grote hoeveelheid en tegen welke prijs er zal worden gedoneerd. Dat biedt dan mogelijk zekerheid tot investeren in de levering (lees: projecten die CO2 reductie bereiken, gecertificeerd).” Dit is wat de associatie PCAE zou moeten gaan doen in 2020 en verder.
6. > En ook wordt gehoord: “bij onze CO2 uitstoot compenseren ligt voor ons niet de huidige prioriteit, sorry.” Hier geldt eigenlijk maar één maatregel, verplichting. Maar dat is een heel andere insteek, en daar kan PCAE zich beter verre van houden. Waarom? Omdat daar de prijzen ( ‘bulkverpakt’ via brokers en handelaren) zodanig laag zijn, dat er sterk mag worden getwijfeld aan het nut voor promoter-developer, dus aan de gehele opzet van die dergelijke, verplichte, CO2 reductie-markt. Dáárover kunnen landen het onderling maar niet eens worden, bij de jaarlijks terugkerende klimaatconferenties: “artikel 6 patstelling.”
Aanpak in samenwerking. De bovenstaande 6 punten worden in werkpakketten aangepakt. (WP´s I, II en III ) Beschrijving en agenda hieronder:
WP I – punten 3 & 5 – Uitbreiding Portfolio I middels minimaal één project erbij onder CUA of CMA
– loopt reeds sinds eind 2018, verwachte oplevering april/mei 2020;
– voor de CUA wordt gewerkt aan vlot te trekken van projecten in klimaatsector 13. Dit vergt technische coördinatie van verificatie en validatie;
– voor de CMA wordt gewerkt aan een nieuw project in de klimaatsector 01. Dit vergt technische coördinatie van validatie en registratie;
– en voor zowel een CUA als CMA, moet óók worden gewerkt aan een ERPA, Emissie Reductie ‘Purchase Agreement’. De functie is ‘intentie tot koop’ en wordt nader uitgelegd onder punt 5.
WP II – punten 1, 4, 5 & 6 – Marketing-Financing middels versterking/bestendiging van huidige Portfolio die is gevuld met één CMA
– loopt reeds sinds eind 2017, verwachte oplevering mei 2020;
– er wordt gewerkt aan professionaliseren van sociale media (van en gelieerd aan deze website co2wegermee.info). Dit vergt coördinatie van communicatie (ICT) en marketing;
– Basis is enerzijds urgentie (noodzaak) en anderzijds vinden van aankomstplaatsen (nut) die Promoters & Developers in staat stellen genoeg vertrouwen te krijgen om verder te ontwikkelen aan projecten in klimaatsectoren 01 en 13;
– Een voorstel voor samenwerking wordt gevraagd per midden maart 2020.
WP III – punten 2 & 5 – Uitbreiding Portfolio II middels minimaal één partner erbij onder CUA of één CMA, ‘dichter bij huis’
– loopt reeds sinds midden 2019, verwachte oplevering juni 2020;
– voor de CUA wordt gewerkt aan een project vlot te trekken in klimaatsector 01 & 13 in Turkije. Dit vergt technische coördinatie van verificatie en validatie;
– voor de CMA wordt gewerkt aan een project in de klimaatsector 13 in Oost-Europa. Dit vergt technische coördinatie van validatie en registratie;
– en voor zowel een CUA als CMA, moet óók worden gewerkt aan een ERPA, Emissie Reductie ‘Purchase Agreement’. De functie is ‘intentie tot koop’ en wordt nader uitgelegd onder punt 5.